Volgens artikel 20 van de BBV dient in de programmabegroting een berekening van het EMU-saldo worden opgenomen van het vorig begrotingsjaar, het huidig begrotingsjaar en het jaar volgend op het begrotingsjaar. Het EMU-saldo wijkt af van het begrip exploitatiesaldo waar gemeenten mee werken. Een belangrijk verschil is dat het exploitatiesaldo van gemeenten alleen betrekking heeft op baten en lasten van de exploitatierekening, terwijl bij het bepalen van het EMU-saldo ook kapitaaltransacties zoals investeringen en aan- en verkopen van grond worden betrokken. Daarnaast verschilt de behandeling van onder meer het interen op reserves, onttrekken van voorzieningen en de opbrengsten uit de verkoop van deelnemingen/aandelen. Voor de berekening van het EMU-saldo van gemeenten moet daarom op het exploitatiesaldo van een gemeente een aantal correcties en aanvullingen worden gemaakt.
Onderstaande tabel laat de berekening van het EMU-saldo zien.
Omschrijving | Effect | 2018 | 2019 | 2020 |
1. Saldo exploitatie voor bestemming | - | -556.401 | -437.905 | -548.073 |
2. Afschrijvingen | + | 2.385.000 | 2.593.000 | 2.592.000 |
3. Storting in voorzieningen | + | 241.235 | 158.267 | 185.600 |
4. Investeringen | - | -2.661.475 | -3.552.975 | -2.907.600 |
5. Baten derden | - | 0 | 0 | 0 |
6. Desinvesteringen | + | 0 | 0 | 0 |
7. Aankoop gronden | - | -360.511 | -300.000 | -300.000 |
8. Baten grondexploitatie | + | 1.284.754 | 1.159.000 | 777.000 |
9. Lasten voorzieningen derden | - | 0 | 0 | 0 |
10. Lasten ten laste van reserves | - | 0 | 0 | 0 |
11. Verkoop Effecten | - | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 334.620 | -380.613 | -201.073 |